De ontstaansgeschiedenis van Wûnseradiel is nog goed terug te zien in het landschap van de gemeente. Vooral de rol die de strijd tegen het water innam is zichtbaar. In het noordelijk deel van Wûnseradiel speelt de voormalige zeearm de Marne een belangrijke rol. Deze slenk zorgde er oorspronkelijk voor dat Bolsward bereikbaar was vanaf zee. In de loop der eeuwen zijn hier steeds meer gebieden bedijkt en werd de invloed van deze slenk teruggedrongen. De loop van de Marne is terug te zien in de wal die van Kimswerd via Arum en Witmarsum naar Bolsward loopt. Het dorp Pingjum werd eeuwenlang beschermd tegen het water van de Marne door de Pingjumer Gulden Halsband, een dijk die nu nog goed zichtbaar en te bewandelen is. De eerste bewoners van dit gebied kwamen hier in de zesde eeuw voor Christus. Ze gingen op de hoger gelegen oeverwallen van de Marne wonen en langzamerhand ontstonden hier verschillende terpen. De meeste terpen zijn echter aan het eind van de negentiende eeuw afgegraven. Later werden ook de lager gelegen gebieden bewoond en deze gronden werden voor de afwatering met vaarten ontsloten. In het huidige wegenpatroon van de gemeente zien we de laatmiddeleeuwse infrastructuur van dijken en wegen langs de verschillende vaarten terug.
De best bekende historische inwoners van Wûnseradiel zijn zonder twijfel Greate Pier en Menno Simons. Greate Pier, of Pier Donia zoals zijn echte naam was, leefde op een boerderij tussen Kimswerd en Arum. In 1515 plunderde een groep Franekers en Bourgondiërs Kimswerd waarbij de kerk en veel boerderijen in vlammen opgingen, waaronder de boerderij van Pier. Hij ontstak in grote woede en hij verzamelde een grote groepen mensen uit Kimswerd en omgeving waarvan velen door de plunderingen tot de bedelstaf waren veroordeeld. Met die groep mannen was Greate Pier enkele jaren lang de schrik van de Zuiderzee. Vooral de Hollanders en de Hollandse steden moesten het ontgelden. Gevangen Hollanders moesten de spreuk “Bûter, brea en griene tsiis, hwa ‘t dat net sizze kin is gjin oprjochte Fries” nazeggen. Lukte dat niet dan gingen ze overboord. Pier is in 1520 in Sneek overleden. In Kimswerd staat een beeld van hem, gemaakt door Anne Woudwijk.
Menno Simons werd in 1496 in Witmarsum geboren. In 1524 werd hij vicaris in Pingjum en in 1533 kreeg hij een eigen parochie in Witmarsum. Ondertussen was vanuit Zwitserland een doperse beweging ontstaan en die beweging kreeg in andere delen van West-Europa steeds meer navolging. Ook Menno Simons ging zich verdiepen in de bijbel en stelde zijn ideeën over de doop bij. In 1536 verlaat hij de Roomse kerk en wordt hij een belangrijk leider binnen de dopers. Hij moet vluchten en uiteindelijk vindt hij onderdak in Sleeswijk-Holstein. Gedurende vele jaren trekt hij door Nederland en Duitsland. Daarnaast publiceert hij een aantal geschriften. Menno Simons is de enige hervormer van Nederlandse bodem die een geloofsgemeenschap naliet die over de hele wereld is verspreid. Regelmatig bezoeken doopsgezinden of mennonieten uit alle windhoeken Witmarsum en Pingjum. Buiten Witmarsum staat een monument op de plek waar Menno gepredikt heeft. In Pingjum is het doopsgezinde schuilkerkje een bezoek meer dan waard. Hier wordt een diaserie vertoond over het leven van Menno Simons. De gemeente Wûnseradiel, of de oude grietenij Wildinghe zoals de gemeente lang geleden heette, vormt al lang een bestuurlijke eenheid. In een oorkonde uit 1270 wordt reeds van een grietman van Wyldingen gesproken: Ado. Vele eeuwen lang speelde de familie Van Aylva hier een belangrijke rol. De laatste grietman is Christoffel Binkes die in 1836 benoemd werd. Hij was tevens de eerste grietman die niet van adel was. De eerste burgemeester is mr. Tjepke Mulier die in 1850 burgemeester wordt.
Werken
De bedrijvigheid is voornamelijk geconcentreerd in Makkum. Hier is in 1990 het bedrijventerrein Zuidwaard aangelegd waar vooral bedrijven gevestigd zijn die een relatie hebben met de watersport. De gemeente is nu bezig met de voorbereiding van een nieuw bedrijventerrein aan de noordkant van Makkum, gecombineerd met woningbouw. In Witmarsum en Arum zijn bescheiden bedrijfsterreintjes In de verschillende dorpen vinden we een aantal bouw- en transportbedrijven en natuurlijk veel bedrijven die een relatie hebben met de agrarische sector. Wûnseradiel kent een laag werkloosheidspercentage, velen vinden werk in de omliggende steden. Daarnaast zien we de laatste jaren verschillende kleine, ambachtelijke, bedrijven ontstaan.